
Zaterdagmorgen, tien uur. De zon schijnt en de dekbedden hangen uit het slaapkamerraam. De overtrekken zitten in de wasmachine. De viooltjes die al weken in tuincentrumbakjes stonden te verpieteren zijn geplant. Ik veeg een paar kilo bruine magnoliablaadjes op en speel ondertussen met Eefje. Ik ken geen hondje dat zo graag achter een bal aangaat als zij. Ik veeg de hele voortuin en wied wat onkruid. Ik lijk wel gestoken door een werkbijtje!
Ik sleep de parasolvoet naar de plek waar ik straks de wasmolen wil neerzetten. Want er is weinig zo lekker als een bed dat naar buitenlucht en zon ruikt. Straks zal ik daar dus de dekbedovertrekken te drogen hangen. Tussen neus en lippen door voorzie ik Anne en Merel van hun ontbijt en mopper over dvd’s die los op het dressoir liggen met de hoesjes er notabene naast. Merel heeft de pech vlak naast me te staan dus ik zeg dat zij die best in de hoesjes kan stoppen.
‘Anne heeft dat gedaan,’ is haar smoes.
‘Maar jij kunt ze best even opruimen, ik ruim ook altijd achter jullie kont op.’
En dan zegt mijn vierjarige: ‘Ik hoef hier toch niet al het werk te doen?’
Pardon?
Hahhahaha leuk kind.
BeantwoordenVerwijderenKom maar even hierheen kan je mijn bedden ook meteen verschonen!
Ik dacht dat al die kabouters dat werk deden bij jullie.
BeantwoordenVerwijderen