Anne en Merel zijn uit logeren bij opa en oma. Dat biedt mogelijkheden. Ik kan voor zeven uur ’s avonds grotemensentelevisie kijken. Ik kan zoveel lawaai maken als ik wil. Ik hoef niet ’s nachts mijn bed uit om ze te helpen met plassen. Ik word niet wakker van een elleboog in mijn ribben als Anne ’s morgens in mijn bed kruipt. Ik hoef geen bakjes brinta te maken om vervolgens te horen dat ze liever cornflakes wilden. Ik hoef niet te zeggen dat ze aan tafel moeten blijven zitten. Ik hoef niet op te letten dat ze hun bekers niet omgooien. Ik kan mijn eigen ontbijt rustig opeten en mijn koffie eens lekker heet opdrinken. Ik hoef niet te zorgen dat ze Teuntje met rust laten en ik hoef niet te zorgen dat Teuntje hen met rust laat. Ik hoef niet te bedenken wat ze vandaag aan moeten. Ik hoef er niet voor te zorgen dat ze die kleren ook daadwerkelijk aantrekken. Ik hoef ze niet te manen tot opschieten. Ik hoef geen haren te kammen en ik hoef geen tandenborstels klaar te leggen. Wat een rust.
Ik vind er niets aan.
O jee Natasja, er is ook niets aan zonder van die druiloren :) :(
BeantwoordenVerwijderenHahaha, heel herkenbaar!
BeantwoordenVerwijderenEn als ze weer thuis zijn, verlang je vaak snel weer naar het "niets-willen-hoeven-gevoel". Wat zijn moeders soms toch rare wezens ;-)