dinsdag 19 januari 2010

De mammapoli (the extended version)

Kotsmisselijk zit ik in de auto op weg naar het ziekenhuis. De afgelopen dagen heb ik, na het douchen, iedere keer naar mezelf gekeken in de spiegel. En heb me gerealiseerd dat ik hoewel ze geen C-cup vullen erg tevreden ben over mijn borsten. Ze horen bij me. Ze gaven Oudste borstvoeding, ook al groeide die er voor geen meter op. Zowel Oudste als Jongste vinden het (net als ik als kind) heerlijk zich ertegen aan te vleien op zoek naar een veilig plekje. Ze maken dat ik vrouw ben. En ik wil dus niet dat er in gesneden wordt. Ze moeten zo blijven als ze zijn. Punt.

Maar. Of me dat gegeven is?

We melden ons bij de mammapoli. Eerst zie ik de mammaverpleegkundige die me uitlegt dat zij eerst zelf een onderzoek doet. Daarna volgt een onderzoek door de chirurg en dan eventueel een mammografie, een echo en een punctie. Het klinkt me allemaal bekend in de oren. Precies hetzelfde traject moest mijn moeder zestien jaar geleden afleggen. Voordat de diagnose borstkanker werd gesteld.

De verpleegkundige vraagt me waar ik de knobbel heb gevoeld en constateert dat ook zij hem voelt. Ik mag mijn trui weer aantrekken tot de chirurg komt. Hij onderzoekt beide borsten nauwkeurig op een manier die me het gevoel geeft een vleesklomp te zijn. Ook hij voelt de knobbel en vertelt me dat het cyste of een (en dan volgt er een moeilijke term die ik een seconde later al weer kwijt ben) is. Ik kleed me weer aan en kijk naar manlief. God, er zit dus echt iets.

We lopen naar radiologie. Voor een mammografie en een echo. Een mammografie van beide borsten voor vergelijkingsmateriaal. Heel fijn dat ik net ongesteld ben geworden en mijn borsten sowieso al voelen of ze er bijna afvallen. De mammografie doet dan ook vreselijk zeer. Adembenemend zeer, mag ik wel zeggen. Uit de blik van de assistente kan ik niets opmaken. Door naar de echo, dan maar.

De radioloog vraagt me de knobbel op te zoeken maar ik kan hem niet vinden. Dus begint hij met de echo. Stopt even om een plekje te markeren. ‘Daar ga ik dan,’ denk ik op dat moment. Even later zegt hij dat dat een lymfeklier was en dat er op de echo niets te zien is. Ook op de mammografie niet.

Weer terug naar de mammapoli. Tegenover me zit een vrouw die hetzelfde traject als ik doorloopt. Ze ziet eruit als een hert verstijfd in de koplampen. Zou zij wel...? Ik word weer bij de verpleegkundige geroepen. Ik verwacht een juichstemming maar die heeft ze niet. Ze wil donderdag in het groepsoverleg bespreken of er, voor de zekerheid, toch niet een MRI moet volgen. Huh? Er is toch niets te zien? We mogen nu toch blij zijn? Ja, natuurlijk, maar de mammografie is niet erg helder. Enigszins beduusd vertrekken we weer. Met het visitekaartje van de verpleegkundige, die ik altijd mag bellen als ik me ongerust maak. Wat een fijn mens, dat is er echt zo een die voor je op de barricade sprintgt.

Manlief vraagt of ik zin heb om te stad in te duiken. Hij vindt dat ik een cadeautje verdien ‘omdat ik me zo kranig geweerd heb.’ Maar ik wil alleen naar huis. Ik weet niet goed wat ik moet voelen. Voel voorlopig even niets. Pas ’s avonds laat begint de opluchting voorzichtig door te sijpelen. Maar vooralsnog slaap ik slecht. Als een filmpje blijft mijn ziekenhuisbezoek op mijn netvlies verschijnen.

3 opmerkingen:

  1. Pff heftig. Ik kan me voorstellen dat dit even een plekje moet krijgen. Maar fijn dat er niets te zien was!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heftige tijden Tasj. Ik ben ook niet helemaal een leek, mijn moeder had ook borstkanker. Ik ben geen arts, maar als ik je één ding mag adviseren: doe die MRI. Dan pas ben je zeker. Maar.. ik wil je niet onnodig ongerust maken.

    Liefs en een dikke knuffel!!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Pfff... voorzichtige opluchting...? Hoewel ik me ook kan voorstellen dat het nog wel even duurt voor alles gezakt is. je hebt je inderdaad kranig gehouden en manlief is een lieverdje dat hij je zo lief opvangt!!

    BeantwoordenVerwijderen