zondag 31 januari 2010

Liefde is een werkwoord


Als je me dat zo’n vijftien jaar geleden had verteld dan had ik je voor gek verklaard. Als je net verliefd bent is liefde hélemaal niet hard werken! Dan wil je het liefst de hele dag bij je liefste zijn. Uren lang praten, lachen en knuffelen. Liefde komt vanzelf, je hoeft er niets voor te doen.

Helaas gaat die eerste verliefdheid over. Dat stralende geluk wordt de nek omgedraaid door dagelijkse sleur, geruzie over wie wat moet doen en dat dus niet doet, slapeloze nachten, bergen was, poepluiers en ander kinderleed.

En dan wordt liefde een werkwoord. Want dan is die leuke knul ineens diegene die sex wil terwijl jij denkt: ‘In die tijd kan ik ook slapen. Slápen!’ En dan zijn de karaktereigenschappen waar je zo keihard voor viel ineens dingen waar je dood aan kunt ergeren. Dan snap je soms helemaal niets van de ander. En hoe kan hij nou in hemelsnaam niét begrijpen wat jij bedoelt? Vooral als je kindjes nog heel klein zijn is liefde hard werken.

Maar ook als je partner langdurig werkeloos is en jij vanuit huis werkt. En je dus twentyfourseven op elkaars lip zit. Dan is het werken hoor, om elkaar nog lief te vinden. Elkaar te respecteren en elkaar de ruimte te geven.

Maar soms weet je ineens weer waarom je verliefd werd op de ander. Waarom je zo vreselijk veel van hem houdt. Dan ineens is liefde geen werkwoord meer maar gewoon je gevoel.

maandag 25 januari 2010

Een doodgewone zaterdag

Afgelopen zaterdag was eigenlijk heel gewoon. Ik lurkte in bed een dubbele cappuccino weg terwijl de meiden links en rechts van me naar Nickelodeon keken.

Ik streek een megastrijkmarathon die hele ochtend duurde en ruimde nog wat op.

's Middags ging ik met moederlief op jacht naar kraamcadeau's voor zuslief. En nee, ik vertel niet wat dat zijn. Er lezen hier ook tante's, neven en nichten mee die gruwelijk nieuwsgierig zijn naar het geslacht van zusliefs kindje. Die moeten lekker wachten tot eind april.

's Avonds een patatje van de snackbar en lekker op de bank tv kijken.

Genieten.

Doodgewoon.

In vergelijking met vorig weekend toen iedere minuut tegelijkertijd omvloog en voor mijn gevoel wel een uur duurde.

vrijdag 22 januari 2010

Geen MRI

Gisteravond kreeg ik een telefoontje uit het ziekenhuis. Ze vinden een MRI niet nodig.

Ik heb inmiddels gehoord dat twee nichten en een tante van mij precies hetzelfde hebben gehad. Dus een knobbel die op een mammografie of een echo niet te zien is. Is blijkbaar dan toch borstweefsel!? Dus ik ben wel gerustgesteld. Ik wacht gewoon af tot mijn menstratie over is want dan heb ik altijd opgezette klieren in mijn borsten. Voel nu dus door de bomen het bos niet meer . Voel ik 'm dan nog, dan houd ik die knobbel goed in de gaten.

Ik heb gisteren meteen bij die verpleegkundige een balletje opgegooid over erfelijkheidsonderzoek. Kijk, als ik net als mijn nichten regelmatig zo'n knobbel ontdek, zou het al een hoop schelen als ik wist dat ik niet erfelijk belast ben. Dan maak ik me misschien wat minder zorgen. De verpleegkundige begrijpt het precies en gaat me doorverwijzen voor een gesprek bij de geneticus. Ze drukt me wel op hart altijd op mijn hoede te blijven, gen of geen gen.

Toen ik neerlegde schrok ik eigenlijk van wat ik me op de hals haal. Stel dat ik dat gen wel heb. Wat dan? Beide borsten uit voorzorg amputeren? Godallemachtig, liever niet!

Maar het alternatief is dat je bij ieder bultje in de stress schiet. Bah! Fijn hoor, dat krijg je er allemaal bij.

Nou ja, eerst dat gesprek maar afwachten. Bij Repel heeft de arts ook besloten dat het onderzoek niet nodig was. Dus misschien geldt voor mij hetzelfde. Moet ik daar nu wel of niet op hopen?

woensdag 20 januari 2010

Vierdubbele verwendag

Als ik thuiskom na een hele ochtend bij een klant gezeten te hebben wacht me een verassing. Een kaartje van Madelief. Die me een hart onder de riem steekt en zo met me mee leeft. (Dank je wel, Madelief, je bent een schat!) Ik fleur er helemaal van op.

Maar er is nóg een verrassing. In de keuken staat een grote bos bloemen. Net bezorgd door de bloemist. Van mijn vriendin P. 'gewoon omdat ik het verdien'. Ook al zo'n schat!

Als Merel is vertrokken naar een kinderfeestje stelt manlief voor lekker naar de stad te gaan met Anne. Daar hebben we wel oren naar. Anne profiteert flink mee van papa's gulle bui want niet alleen ik maar ook zij wordt in het nieuw gestoken.

Dan belt moederlief: zij en vaderlief staan voor de deur, maar waar zijn wij? Manlief legt uit dat we bijna klaar zijn ja, nogal wiedes, dochterlief lijkt op mij en heeft ook in no time twee outfits gekozen en dat we dan naar huis komen.

Thuisgekomen hebben ook vader- en moederlief bloemen voor me. Sjonge, dat zijn vier verwennerijen op één dag. Ik lijk wel jarig (o nee, dat is Nicoleke edit 21,25 uur: en Repel)!

En nu ga ik P. even bellen om te bedanken voor de bloemen.

dinsdag 19 januari 2010

De mammapoli (the extended version)

Kotsmisselijk zit ik in de auto op weg naar het ziekenhuis. De afgelopen dagen heb ik, na het douchen, iedere keer naar mezelf gekeken in de spiegel. En heb me gerealiseerd dat ik hoewel ze geen C-cup vullen erg tevreden ben over mijn borsten. Ze horen bij me. Ze gaven Oudste borstvoeding, ook al groeide die er voor geen meter op. Zowel Oudste als Jongste vinden het (net als ik als kind) heerlijk zich ertegen aan te vleien op zoek naar een veilig plekje. Ze maken dat ik vrouw ben. En ik wil dus niet dat er in gesneden wordt. Ze moeten zo blijven als ze zijn. Punt.

Maar. Of me dat gegeven is?

We melden ons bij de mammapoli. Eerst zie ik de mammaverpleegkundige die me uitlegt dat zij eerst zelf een onderzoek doet. Daarna volgt een onderzoek door de chirurg en dan eventueel een mammografie, een echo en een punctie. Het klinkt me allemaal bekend in de oren. Precies hetzelfde traject moest mijn moeder zestien jaar geleden afleggen. Voordat de diagnose borstkanker werd gesteld.

De verpleegkundige vraagt me waar ik de knobbel heb gevoeld en constateert dat ook zij hem voelt. Ik mag mijn trui weer aantrekken tot de chirurg komt. Hij onderzoekt beide borsten nauwkeurig op een manier die me het gevoel geeft een vleesklomp te zijn. Ook hij voelt de knobbel en vertelt me dat het cyste of een (en dan volgt er een moeilijke term die ik een seconde later al weer kwijt ben) is. Ik kleed me weer aan en kijk naar manlief. God, er zit dus echt iets.

We lopen naar radiologie. Voor een mammografie en een echo. Een mammografie van beide borsten voor vergelijkingsmateriaal. Heel fijn dat ik net ongesteld ben geworden en mijn borsten sowieso al voelen of ze er bijna afvallen. De mammografie doet dan ook vreselijk zeer. Adembenemend zeer, mag ik wel zeggen. Uit de blik van de assistente kan ik niets opmaken. Door naar de echo, dan maar.

De radioloog vraagt me de knobbel op te zoeken maar ik kan hem niet vinden. Dus begint hij met de echo. Stopt even om een plekje te markeren. ‘Daar ga ik dan,’ denk ik op dat moment. Even later zegt hij dat dat een lymfeklier was en dat er op de echo niets te zien is. Ook op de mammografie niet.

Weer terug naar de mammapoli. Tegenover me zit een vrouw die hetzelfde traject als ik doorloopt. Ze ziet eruit als een hert verstijfd in de koplampen. Zou zij wel...? Ik word weer bij de verpleegkundige geroepen. Ik verwacht een juichstemming maar die heeft ze niet. Ze wil donderdag in het groepsoverleg bespreken of er, voor de zekerheid, toch niet een MRI moet volgen. Huh? Er is toch niets te zien? We mogen nu toch blij zijn? Ja, natuurlijk, maar de mammografie is niet erg helder. Enigszins beduusd vertrekken we weer. Met het visitekaartje van de verpleegkundige, die ik altijd mag bellen als ik me ongerust maak. Wat een fijn mens, dat is er echt zo een die voor je op de barricade sprintgt.

Manlief vraagt of ik zin heb om te stad in te duiken. Hij vindt dat ik een cadeautje verdien ‘omdat ik me zo kranig geweerd heb.’ Maar ik wil alleen naar huis. Ik weet niet goed wat ik moet voelen. Voel voorlopig even niets. Pas ’s avonds laat begint de opluchting voorzichtig door te sijpelen. Maar vooralsnog slaap ik slecht. Als een filmpje blijft mijn ziekenhuisbezoek op mijn netvlies verschijnen.

maandag 18 januari 2010

De mammapoli

Nou. Zowel op de mammografie als op de echo was niets te zien. Hoera!

Maar de chirurg en de verpleegkundige voelden wel een knobbel. Voor de zekerheid bespreken ze nog even in het groepsoverleg of ik toch niet nog een MRI moet. Gewoon voor de veiligheid. Dat hoor ik dan eind deze of begin volgende week.

Tjonge, ik had gedacht dat ik euforisch van vreugde zou zijn maar ik ben alleen maar moe, moe, moe.

donderdag 14 januari 2010

Over struisvogelpolitiek en Het Grote Gesprek

Struisvogelpolitiek, daar ben ik ont-zet-tend goed, mensen. Op het moment negeer ik De Knobbel bijna volledig. Want in de zeldzame momenten dat ik mezelf toesta erover na te denken, word ik misselijk van de zenuwen en trekken er allerlei nare scenario’s langs mijn netvlies. Maar tot maandagmiddag kan ik hoe dan niets aan de situatie veranderen.

Dus.

Struisvogelpolitiek.

Alle gedachten aan De Knobbel duw ik resoluut weg. Ik sta er zo min mogelijk bij stil. Het heeft tenslotte geen zin om te janken voor je geslagen wordt, niet waar. U begrijpt dat ik Komt Een Vrouw Bij De Dokter even links laat liggen.

En de wereld draait (gelukkig) ook gewoon door. Zo hadden we gisteren een Groot Gesprek over Oudste Dochter. Die zoals ik al eerder schreef niet lekker in haar vel zit. Klik.
Gelukkig bleek uit Het Grote Gesprek dat ze hiervoor geen externe hulp nodig heeft. Het tegengaan van de muizenissen in haar hoofd ligt eerst en vooral bij mij en manlief. En gelukkig blijkt de manier waarop wij hier tot nu toe mee omgegaan zijn precies de juiste te zijn.

Wel krijgt ze binnenkort een individuele faalangsttraining om te leren omgaan met haar perfectionisme. Zodat ze niet al in de stress schiet nog vóór ze überhaupt een opdracht heeft gekregen. Want dat doet ze: drie stappen vooruit denken en dan er vreselijk mee zitten of ze dat wel kan.

Op dat gebied dus niets dan opluchting. Altijd fijn om te horen dat je het als ouders precies goed aanpakt!

woensdag 13 januari 2010

Als ik nóg een toverfee had....

dan wenste ik dat ik vanmorgen niet een knobbeltje in mijn borst ontdekte. En dat ik a.s. maandag niet naar de chirug van de mammapoli hoefde.

Want ik schijt peeën.

maandag 11 januari 2010

Als ik een toverfee had....


... dan wenste ik:

* dat manlief een leuke baan had
* dat Nicoleke een leuke baan had
* dat Madelief pijnloos door het leven kon
* dat Joeltje zwanger was
* dat Cisca kon teleporteren en dus in een vloek en een zucht in NL was
* dat de Chef van Nicolette met open armen werd ontvangen op zijn werk
* dat Wondelgijn en middelste er samen uit kwamen
* dat Soes' zoon net iets later langs die vuilnisbak was gelopen, of beter: helemaal niet
* dat Ilse niet in een dip zat en haar moeder weer beter werd
* dat ik eindelijk 10 kilo lichter was
* dat ik cupmaat C had

Edit:
* dat Door niet naar de kaakchirurg hoefde

vrijdag 8 januari 2010

Boring.....


Eigenlijk heb ik helemaal niets te melden. Ik heb een doodsaaie week achter de rug, mensen. I worked my ass of. Twee keer in de sportschool en de rest van de week op kantoor. Want het belastingseizoen is weer begonnen hè. En de aangifte omzetbelasting moet ook weer ingediend worden. Ik ben dus druk, druk, druk. En dat blijft nog wel even zo.


's Avonds ben ik zo moe dat ik zelfs geen zin heb om te tv te kijken.
Behalve dan naar die lekkere neger in Private Practice. Man o man, wat een stuk. Ik zou het m'n bed niet uitschoppen! Ik vegeteer wat op de bank, al dan niet met een niet al te snuggere roman. Mijn hersentjes zijn moe, moe, moe.

Het enige leuke deze week was schaatsen op het ijs in de uiterwaarden. Volgens betrouwbare bron was dat ijs woensdag al sterk genoeg. Dus met een stel vaders/moeders/opa's en oma's schoof manlief de sneeuw aan de kant en kon onze kroost zich uitleven. Ik gooide m'n laptop uit en ging mee. Woei! Wat nou druk? Ik ging voor een nieuwe poging mijn tandjes te verliezen schaatsen! Voor het eerst op hockeyschaatsen in plaats van op kunstschaatsen. Nou, dat valt nog niet mee, hoor! Ik bakte er niets van. Hoe kun je nu afzetten als de ijzers zowel van voren als van achteren schuin omhoog lopen?

Links en rechts werd ik ingehaald door kindertjes en niet veel later zelfs door mijn eigen meiden. Die hiervoor nog nooit geschaatst hadden. Want die poging op friese doorlopers en dubbele ijzertjes van vorig jaar tel ik maar niet mee. Dit jaar hebben Anne en Merel zelf hockeyschaatsjes en zoef, daar gingen ze. Al na een half uur mochten de oefenstoeltjes aan de kant. Da's mooi, geef die maar aan mama.

Intussen hield ik het zelf voor gezien en trok mijn moonboots weer aan. Ze zouden het wel snel zat worden, dacht ik nog. Like NOT! De hele middag stond ik te blauwbekken en pas na hevig dreigen kreeg ik ze om half vijf mee.

Gelukkig stond de auto geparkeerd bij het het veerhuis. Daar hebben ze pannenkoeken én een open haard. En zo kwam het toch nog goed.



En omdat die kutbatterijen natuurlijk weer net op waren, heb ik maar één foto als bewijsmateriaal.

maandag 4 januari 2010

Het zwitsers consumentenbureau

De telefoon gaat.

‘Met het Zwitsers Consumentenbureau in Zürich. Gefeliciteerd mevrouw, u zit in de finale.’

Huh?’

‘U hebt daar onlangs een brief van gekregen of die krijgt u binnenkort nog.‘

‘Oh?’

‘Ik mag vandaag bellen en de eerste honderd mensen die opnemen zitten in de finale. En de prijzen zijn niet mis hoor, onder onze sponsoren zitten grote namen als BMW en Ikea.’

Goh… '

‘En u kunt prijzen winnen als onroerend goed, auto’s, prijzen van 1 miljoen en 10 jaar lang een uitkering van € 3.000 netto per maand! Nou, dat is niet mis hè?’

‘Tjonge.’

‘En zoals u weet is het in de finale niet de vraag óf u wint maar wát u wint.’

‘Fijn!’

‘Zal ik dan nu even onze gegevens controleren? Wat is uw voornaam?’

Natasja.’

‘En wat is uw geboortedatum?’

‘….’

Op dat moment hang ik op.

Gek genoeg belde die meneer niet eens terug……

Even weer kind

Het is zondag, het heeft gesneeuwd en het is prachtig weer. Dus ik heis mijn kinders in warme kleding en we lopen met de slee naar de dijk. Er ligt net genoeg sneeuw om fijn naar beneden te kunnen glijden.

Als Anne en Merel een paar keer geweest zijn besluit ik zelf ook eens te gaan. Pech als ik mijn poten breek, vandaag ga ik los! En even, héél even ben ik weer kind. Dat verrukt en schaterlachend naar beneden glijdt.....

Merel maakt een sliding:

En dan mag je niet lachen hè, want dan worden ze vreselijk boos.



Another one bites the dust...



Mama heeft staks wat tandjes minder...


Met zijn tweeën gaat het veel beter...


Anne kan het wel...

vrijdag 1 januari 2010

Een goed begin



Ik dacht: ‘Laat ik het nieuwe jaar eens goed beginnen.' Met een asperientje en een schijtverhaal poeplogje.

Kijk, als ik moet poepen – en ik zeg áls want ik poep nooit – dan is dat altijd zó gebeurd. Ik ga naar het kleinste kamertje en doe wat noodzakelijk is. Zo snel mogelijk. Ondanks mijn gezellige toiletje hou ik mijn business kort.

Er zijn echter mensen, die maken er een ware voorstelling van. Een genoeglijk moment voor zichzelf. Met daarbij wat luchtige lectuur. De Veronicagids, het huis aan huis blad of wat er ook voor handen is. En die zitten dan rustig een héle tijd op het toilet. Waarom doen ze dat?
Vluchten ze voor hun huisgenoten en hopen ze op een kwartiertje voor zichzelf? Kunnen ze zich nergens zo goed concentreren als op de plee? Of genieten ze, stiekem, van de teringlucht kwalijke dampen die ze verspreiden?

Ik weet het niet.

Oliebol, anyone?