Hoe breng je onder woorden hoe de bloglunch werkelijk was?
Hoe het voelt als je in een dolle bui besluit een lunch te organiseren.
Hoe het voelt als de aanmeldingen in eerste instantie uitblijven, op Door en Nicolekebolleke na.
Het plezier als de aanmeldingen toch binnen beginnen te stromen.
Hoe het voelt als je naar Utrecht rijdt met een raar gevoel in je buik.
Opgelucht te zijn dat je in ieder geval Zara al kent.
Om vreemden te gaan ontmoeten die toch al zo vertrouwd zijn.
Om te merken dat ze IRL net zo vertrouwd aanvoelen, al zie je ze voor het eerst.
Om te ontdekken hoe de Middenvelder, de Wijze en Popeye heten. En dat de Repel net zo’n wereldwijf is als je dacht.
Om erachter te komen dat Nicolekebolleke precies zo is als je dacht. En Door trouwens ook.
Dat ’t Kleine Kikkertje totaal niets van een kikker weg heeft.
Te horen dat Anita een heuse cocacolafles is. (Echt een éénliterfles, hoor Anita)
Uit te vinden hoe Quirk in het echt heet.
Cisca in het echt te zien maar helaas maar half te kunnen spreken. Maar dan wel weer te zien hoe de melkboer er uitziet.
Met enige spijt vast te moeten stellen dat je niet iedereen persoonlijk kunt spreken.
Je heilig voor te nemen om iedereen waar je tot nu toe nog niet las op je bloglijst te zetten.
Naar huis te rijden met een vol gevoel, niet zozeer van het eten (de vitello tonnato viel een beetje tegen), maar van alle indrukken en de verhalen die men doorgaans niet op een blog gooit.
Te constateren dat je eigenlijk mórgen wel weer wilt gaan lunchen.
Hoe zeg je dat?